Hoeve Dieseghem

Het eerste spoor van Mortsel dat we terugvinden is het bestaan van Dieseghem als afhankelijkheid van de Henegouwse Benedictijnenabdij te Lobbes, een stichting uit de 7de eeuw. Reinhildis, dochter van Graaf Witger, erfde de Villa Dieseghem, ze schonk ze aan de abdij van Lobbes voor zij in 660 naar het Heilig Land vertrok. In het ‘Hof van Dieseghem’ werd recht gesproken.

De hoeve Dieseghem, de bakermat van onze stad. Het eerste spoor van Mortsel dat we in geschreven vorm konden aantreffen, is het bestaan van Dieseghem als afhankelijkheid van de Henegouwse abdij te Lobbes. In het polypticon, de verzamellijst van bezittingen, uit 869 lezen we:

“… Sunt et in villa quae dicitur Tisingaheim mansi IIII solvit unusquisque pro censu solid.V et porcum I…” (in de villa die Tisingaheim genoemd wordt zijn er vier mansi; elk van hen betaalt als cijns 5 schellingen en 1 varken).

Reinhildis, dochter van graaf Witger, had de villa, samen met haar andere bezittingen, aan de abdij geschonken. Een villa was samengesteld uit drie delen: de villa dominicata (woonplaats van de familie, laten en slaven), de curtes, mansa of hovas (verder afgelegen hoevegebouwen) en de villa capitanea waar de heer verbleef en recht sprak. In het ‘Hof van Dieseghem’ werd recht gesproken. Het betrof hier een laathof, waar enkel geschillen over cijnsrecht werden beslecht. De oudste documenten vermelden er reeds een schepenbank bestaande uit zeven leden en een meier. Cantecroy, tot 1295 een allodium, was mogelijk niets anders dan een uitbouw van de vroegere ‘villa capitanea’ van Dieseghem en was er tot 1573, toen het in handen kwam van kardinaal de Granvelle, dan ook cijnsplichtig aan. De vereniging in één hand betekende het einde van de zelfstandigheid van het laathof. Het cijnsboek uit 1613 bevat voor het merendeel gronden in Mortsel en Edegem, maar ook Wilrijk en Deurne worden vermeld en een enkele maal Boechout, Hove en Lint. Onder de eigendommen bevindt zich ook de windmolen in het molengehucht. Wanneer alles in 1615 wordt verkocht aan Jan de Cordes gaat wel het cijnsboek en een zesde van de tienden mee over, maar niet het patronaatsrecht over de verschillende parochies ; dat recht blijft voortaan verbonden met de heerlijkheid van Cantecroy.

Het domein zelf ondergaat een flinke aderlating in 1672 wanneer Lanseloot François de Cordes 35 kleine percelen verkoopt, samen nagenoeg 21 bunder. Wat er nog overblijft, ongeveer 58 bunder, wordt in 1760-61 door zijn kleinkinderen verkocht in 13 kavels. Uiteindelijk verwierf de familie Gilles de Pélichy het domein door erfenis. Verder verbrokkelde het door deling aan de families Ullens, van de Werve, de Witte en d’Ursel. Ook de spoorwegen eisten een grondafstand.

Na de Tweede Wereldoorlog werd het grootste gedeelte van deze bezittingen na verkaveling verkocht en ontstond de wijk Dieseghem.

In 1958 komt de enige nog bestaande hoeve van Dieseghem in handen van de gemeente; ze wordt een eerste maal gerestaureerd in 1963-1965. Op zondag 30 september 1979 gingen het rieten dak en het dakgebinte in vlammen op. Na een lange lijdensweg van het restauratiedossier werd gestart met herstellings- en renovatiewerken onder impuls van de toenmalige voorzitter van de Mortselse Heemkundige Kring, Johan Fleerackers. Het zou duren tot 23 april 1994 alvorens ze weer in gebruik kon worden genomen met een nieuwe functie als vergader- en ontmoetingsruimte.

Wat betekent Tisingaheim? De toponiemen op -ingaheim behoren tot de oudste plaatsnamen uit de periode van de Frankische kolonisatie en zijn ouder dan de namen op -rode. Het element heim is algemeen bekend en betekent woning of woonplaats. Tisinga is een verbogen vorm, waarin de oorspronkelijke uitgang van de genitief meervoud op -a is bewaard gebleven. Het suffix -ing werd in de Karolingische periode gebruikt om patroniemen te vormen (Karolinger is een afstammeling van Karel). Het eerste deel Tis- is een verkorte vorm van een persoonsnaam. We kunnen de naam Tisingaheim dus omschrijven als de woonplaats van de afstammelingen van een persoon die ‘Tiso’, ‘Tisbert’ of iets dergelijks werd genoemd.