Over Mortsel

Geografie

De gemeente beslaat een oppervlakte van 778 ha, waarvan 17,46% landbouwgrond is, 0,60% is bos en ongeveer 79,37% bestaat uit bebouwde gronden. De urbanisatiegraad van de gemeente bedraagt eveneens 79,37%. Het hoogste punt van de gemeente is de Sint-Benedictuskerk en laagste punt het noordoostelijke deel aan Fort 3.

Toponymie

Waar komt de naam Mortsel vandaan en wat is de betekenis ervan? We vinden de naam reeds in 974: Tascandria, Ryen en Stryen Laubiense Mortzelam. In de loop van de geschiedenis zijn er verschillende schrijfwijzen bekend: Mortzella (1150), Mortensella (1158), Mortensele (1249), Mortsele (1287), Mortsel (1387) en later ook nog Moertsel, Meurtsel, Moortsel, Mortsele en Mortsel.

Mortensella wordt uit ‘mortan’, vuil, en ‘sali’, uit één ruimte bestaand huis verklaard. Volgens het Middelnederlandsch Handwoordenboek betekent moer, moor, mour: slijk, slik, veenaarde of ook veengrond, moeras. Zele duidt op een ruim vertrek, zelfs een heel gebouw, of het veehof van de Franken. Zele wordt ook nog verklaard als een kleinere afgelegen hoeve.

Wetende dat Dieseghem als de bakermat van de gemeente beschouwd wordt en we in het noordelijke deel van Mortsel ook namen terugvinden als Waesdonck, donck en drab, die alle in dezelfde richting wijzen, kunnen we de naam als volgt verklaren: een plaats, gebouw aan vochtige grond gelegen.

De naam Oude-God heeft haar ontstaan te danken aan een kruisbeeld dat in 1186 voor het eerst vermeld wordt in een Antwerpse schepenbrief. Wanneer het kruis in 1525 wordt vernield vernemen we dat het toen ‘de Oude God in de Luythaegen’ wordt genoemd. Oude God betekent oud kruisbeeld. Op Oude-God als plaatsnaam moeten we nog wachten tot 1558.

Vlag

De vlag van Mortsel werd op 11 maart 1981 bij ministerieel besluit vastgesteld als de gemeentelijke vlag van de Antwerpse gemeente Mortsel. De beschrijving luidt: 'Zeven even lange banen van geel en van rood.'

De vlag is volledig gebaseerd op het gemeentewapen en ziet er dus helemaal hetzelfde uit.

Wapen

Het wapen van Mortsel is afgeleid van het wapenschild van de familie Berthout: van goud, drie palen van keel (rood). Op 5 januari 1880 wordt dit wapenschild met daarboven Sint-Benedictus, in de linkerhand een staf, goud van kleur, en in de rechter een boek, het officiële wapenschild van de gemeente Mortsel. Het was teruggevonden op een akte van 16 februari 1515 voor de schepenen van Mortsel verleden en van hun zegel voorzien.

Dit wapen was gelijk aan het huidige wapen. Er is meerdere malen gepoogd om het huidige wapen te laten aanpassen. In 1993 is de blazoenering wel gemoderniseerd. In 1999 kreeg de gemeente per Koninklijk Besluit de titel van stad. Ook daarna bleef de gemeente hetzelfde wapen voeren.

Geschiedenis

Bewoning

Uit archeologische prospecties op Gasthuishoeven zijn fragmenten van een armband uit de late ijzertijd gevonden. De vroegste bewijzen van menselijke bewoning gaan terug tot de bronstijd en Romeinse periode. In 2013 werden bij archeologisch onderzoek aan de Roderveldlaan verschillende restanten van twee grafcirkels uit de bronstijd en een Romeins woonerf met woongebouw en enkele bijgebouwen, waterputten en een enclosgreppel gevonden. Te dateren einde 1ste tot begin 2de eeuw.

In 1962-63 werd op Gasthuishoeven een kleine Romeinse boerderij – aan te duiden met de Latijnse term ‘villa’ opgegraven. De nederzetting bestond uit twee los van elkaar opgerichte gebouwen in vakwerk: een woonhuis en een schuur met daartussen een kelder. Ze werd gebouwd tegen het einde van de 1ste begin 2de eeuw en verlaten in het midden van de 3de eeuw.

Mortsel is vermoedelijk ontstaan uit het Frankische landbouwbedrijf Tisingaheim – Dieseghem - sinds de 7de eeuw afhankelijk van de abdij van Lobbes  - en in de 10de of 11de eeuw ten zuid-oosten ervan een nieuw centrum: Mortsel dat lange tijd slechts een kapel was.  Daarnaast vormden zich later ook twee woonkernen: Luithagen in het westen en centraal Oude-God.  

Geschreven

De oudste schriftelijke vermelding van Mortsel, als Mortzelam, dateert uit 974. Het eerste spoor van Mortsel in een geschreven bron dateert uit 869 in een polypticon van de abdij van Lobbes betreffende villa Tisingaheim (later Dieseghem) en luidt: '… Sunt et in villa quae dicitur Tisingaheim mansi IIII solvit unusquisque pro censu solid.V et porcum I …' (vertaling: '...in de villa die Tisingaheim genoemd wordt zijn er vier mansi, elk van hen betaalt als cijns 5 schellingen en 1 varken...').

De heilige Reinhildis, dochter van graaf Witger van de pagus Bracbatensis (Brabantgouw), schonk in 660 deze villa samen met haar andere bezittingen aan de Henegouwse Benedictijnen.

Cantecroy

Jan I van Ranst, de kleinzoon van Willems broer, Wouter III Berthout, breidde in 1382 het machtsgebied van de heren van Cantecroy uit over Mortsel, Edegem, Boechout, Hove, Vremde en Millegem (Ranst). Door erfenis verdeeld, werd het bezit weer verenigd door Hendrik de Pontaillier maar een jaar later in 1549 reeds verkocht aan Nicolaas Perrenot de Granvelle, kanselier van keizer Karel V.

Zijn zoon Antoon, eerste bisschop van Mechelen en later kardinaal, liet het kasteel heropmaken en gaf het een prinselijke inrichting. De Kardinaal vergrootte het goed met de zogenaamde 'cardinaelsdorpen'. Al deze leengoederen (Mortsel, Edegem, Luithagen, Boechout, Borsbeek, Hove, Vremde, Kontich, Waarloos, Reet en ten slotte Aartselaar) werden door koning Filips II in 1570 gebundeld tot het graafschap Cantecroy.

De jongere broer van de kardinaal, Thomas Perrenot de Granvelle, werd de eerste graaf.

Bombardement van 5 april 1943 op Mortsel

Op die dag werd Mortsel getroffen door een geallieerd bombardement. Het was bedoeld voor de fabrieken van de 'ERLA' waar vliegtuigen en vliegtuigmotoren werden gemaakt hersteld, maar de meeste bommen misten doel en legden de wijk Oude-God plat.

Ook verschillende openbare gebouwen, waaronder vier scholen, werden geraakt. Er waren 936 dodelijke slachtoffers, waaronder 209 kinderen. Het was niet het eerste bombardement op Mortsel. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei 1940 verloren 31 mensen het leven. Na de bevrijding van Antwerpen, werd Mortsel nog getroffen door een 48 V-bommen. In die periode - oktober 1944 tot maart 1945 - stierven nog 102 Mortselaars door oorlogsgeweld.

In 2004 kreeg Mortsel van de Belgische regering erkenning voor het oorlogsleed. Een echt 'oorlogskruis' kreeg Mortsel echter niet.

21e eeuw - Stad Mortsel

Door de wet van 23 juni 1999 werd de gemeente Mortsel gepromoveerd tot stad met ingang van 1 januari 2000.


Meer weten over Mortsel? Bron: Wikipedia